Betekenis verzekeren van
z e ·ke·ren (verzekerde, heeft verzekerd) 1 zeker maken: je kunt ervan verzekerd zijn dat ; iem. een onafhankelijk bestaan verzekeren waarborgen; zich ervan verzekeren dat de deur op slot is zichzelf daar zekerheid over geven door het te controleren; zich verzekeren van een goede plaats ervoor zorgen die zeker te krijgen 2 met klem.